Näitéoen Akolo

Näitéoen Akolo

Vrouwelijk - 1915

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Persoonsgegevens

    Overleden ±1915  Kairatoe, Afd. Kairatoe, Res. Amboina, Molukken, Nederlandsch-Indië Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    • Ze werd ten dode gebracht door een schot van een makker van de zoon van Henäi Noeroëé. Hare ouders en zusters waren vermoord toen ze zeven was. Sindsdien werd ze opgevoed door haar oom. Zie "Op een tweesprong door H. Krayer van Aalst – Onze Eeuw; Jaargang 16 (1916).pdf" voor het hele verhaal.
    Persoon-ID I2267  Sejarah Thümann | In Onderzoek (vermoedelijk familie -> bewijs ontbreekt)
    Laatste update 24 sep 2022 

    Ouders

    Vader Pai Séman Akolo 
    Gezins-ID F843  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezinsleden

    Gezin Patih Orit Taniwel 
    Aantekeningen 
    • Näitéoen van de Akolo-clan trouwde op twintig jarige leeftijd met Patih Orit van de Taniwel-clan. Nadat Näitéoen voor de ogen van haar man Patih Orit werd vermoord door koppensnellende Alfoeren van Nurue, doodde Patih Orit de enige zoon van Henäi Noeroëé. Zie "Op een tweesprong door H. Krayer van Aalst – Onze Eeuw; Jaargang 16 (1916).pdf" voor het hele verhaal.
    Laatste update 24 sep 2022 
    Gezins-ID F844  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Supplementair

    Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsOverleden - ±1915 - Kairatoe, Afd. Kairatoe, Res. Amboina, Molukken, Nederlandsch-Indië Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 
    Pin Legenda  : Adres       : Locatie       : Stad/Dorp       : Gemeente/Graafschap       : Staat/Provincie       : Land       : Nog niet ingesteld

  • Documenten Documenten (Log in)Documenten (Log in)

  • Aantekeningen 
    • "Zij was een jonge christenvrouw en kort was zij van gestalte. Zij was steeds vroolijk, hare oogen waren als lichtende sterren en haar mond lachte voortdurend toen ik haar het laatst zag. Hare kleine handen waren ijverig bezig en naaiden aan een heel klein baadje, zoo groot als een paar mannenhanden, want in haar zong een lied van verlangen. onder het afdak van haar huis zat zij en toen ik haar in de koele schaduw zag zitten met haar lije oogen en dat kleine baadje, dacht ik: hoe vroolijk zal deze jonge vrouw haar kindje brengen naar den doop in de kerk. Ik verblijdde mij in hare vreugd, want haar leven was vol droefheid geweest." Zie "Op een tweesprong door H. Krayer van Aalst – Onze Eeuw; Jaargang 16 (1916).pdf" voor het hele verhaal.