Magnus Jacobsz

Magnus Jacobsz[1]

Mannelijk

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Alles    |    PDF

  • Persoonsgegevens

    Beroep Mattroos op een kruijsprauwmaijang 
    Broers/zussen 1 Broer/zus 
    +  1.Mannelijk Wilhelm Jacobsz
              geb. ±1765, Japara, Java's Noordoostkust, Oost-Indië Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie
     
    Persoon-ID I1964  Sejarah Thümann | In Onderzoek (vermoedelijk familie -> bewijs ontbreekt)
    Laatste update 18 jul 2022 

    Ouders

    Vader Onbekend 
    Moeder Onbekend 
    Gezins-ID F723  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Documenten Documenten (Log in)Documenten (Log in)

  • Aantekeningen 
    • Naar aanleiding van de attestatie afgelegd door Magnus Jacobsz op 12 dec 1788, vermoed ik dat Magnus een broer was van Wilhelm Jacobsz. Dit baseer ik op, a, de periode waarin zijn verhaal zich afspeelt (een jonge matroos zoals Magnus zal in 1788 in z'n twintiger of dertiger jaren hebben geleefd, wat erop duidt dat zijn geboortejaar in de 1750s of 1760s ligt, wat binnen een acceptabele marge ligt betreft de leeftijdsverschillen van broeders en zusters), b, de plaats waar dit verhaal zich afspeelt, Japara, komt overeen met de geboorteplaats van Wilhelm Jacobsz, en c, de naam van de matroos zelve: Magnus. Deze relatief unieke naam gaf Wilhelm Jacobsz namelijk aan zijn bloedeigen zoon—en deze zoon noemde zijn eigen zoon óók Magnus, waardoor hij zelfs twee kleinzonen kreeg die eveneens Magnus heetten; en ik vermoed dus dat deze Magnussen allemaal zijn vernoemd naar de kruijsprauwmaijang-varende Magnus Jacobsz.

    • Citaat uit "Rovers in het vaarwater" van B. van der Hout (Juli 2017) omtrent de attestatie van Magnus Jacobsz:

      "Maar regionale zeerovers vielen ook op kleinere schaal aan, zoals blijkt uit de verslagen van matroos Magnus Jacobszoon en zes Javanen die op 9 juli 1788 slachtoffer waren geworden van een aanval.

      De matroos voer op een “kruijsprauwmaijang”, een grote prauw dat met een kanon was uitgerust, om een houtvlot met daarop twee blokken Jeijn te escorteren van Japara naar Batavia. Het schip ging voor anker om vers water te zoeken, maar toen het weer probeerde te vertrekken werden zij opeens “door vijf groote zeerovers vaarthuijgen overvallen” waarop zij vervolgens “circa een quart uur lang” hebben gevochten. Toch lukte het de opvarenden niet om de zeerovers af te slaan: de prauw werd geënterd waarop de bemanning overboord sprong om te ontsnappen. Ook de ongewapende Javanen op het houtvlot probeerden op deze manier te ontkomen, maar twee van hen werden gevangen genomen: het verslag vermeldt niet wat er met hen verder is gebeurd. Matroos Jacobszoon geeft vervolgens een lijstje van de wapens en ammunitie die aan boord van het schip waren: een kanon, een geweer, (kanons)kogels en wat buskruit Deze wapens, de twee Jeijn blokken, en twee Javanen vormden de totale buit van de zeerovers. Een karige buit, als men bedenkt wat de zeerovers riskeerden: hun leven, het leven van hun slachtoffers, én kans op vervolging door de Compagnie. Dit was een toevallige aanval: de zeerovers zagen een licht bewapend schip en een houtvlot die vlak langs de kust voeren en voor een tijdje voor anker gingen: een gemakkelijk doch willekeurig doelwit."

  • Bronnen 
    1. [S5] Relatie berust op vermoedens of indirect bewijs (zie aantekeningen).